Zelf hoisinsaus maken doe je zo (supermakkelijk!)
Hoisinsaus is zo’n saus waar we intens naar kunnen verlangen. Als we zin hebben in pannenkoekjes met pekingeend, hebben we eigenlijk vooral zin in die góddelijke hoisinsaus. Die saus maakt van elk gerecht een feest.
Je kent hoisin wel als die dikke, stroperige donkere saus die je geserveerd krijgt bij pekingeend. Maar ook bij rolletjes van rijstpapier, op wraps, als marinade op je spareribs, bij buikspek, gegrilde groenten (tip: door je spruitjes!), bij dimsum of op een bao: hoisinsaus is een echte smaakmaker.
Zoet en hartig tegelijk
Hoisin komt uit China, maar je komt ‘m ook weleens tegen in de Vietnamese keuken, bijvoorbeeld bij je kommetje pho.
De basis bestaat uit gefermenteerde zwarte bonen. Als alternatief wordt weleens miso, gochujang met vijfkruidenpoeder of Thaise chilisaus met vijfkruidenpoeder gebruikt.
Verder worden rijstazijn, knoflook, rode pepers, suiker, zout en water gebruikt in het klassieke recept. De saus heeft altijd een kenmerkende smaak, die zowel iets zoets als iets hartigs heeft.
In vijf minuten gepiept
Je kunt hoisinsaus natuurlijk kant-en-klaar kopen bij de toko, in flessen en potten. Maar zelf maken is leuker en lekkerder. Bovendien hoeft het je maar vijf minuten te kosten. Peanuts!
En over peanuts gesproken: die gaan er ook in. In ieder geval bij dit makkelijke recept. Doe twee eetlepels pindakaas in een kom en doe daarbij: 60 ml sojasaus, 1 eetlepel honing, twee theelepels rijstazijn, twee theelepels sesamolie, een teentje geraspte knoflook en een snufje zwarte peper. Voeg nog 1 theelepel misopasta toe of vervang die door een halve theelepel pittige gefermenteerde bonenpasta.
Goed roeren, overgieten in een schone pot en tot een maand lang bewaren in de koelkast. Als -iee zo lang meegaat, tenminste…