Nancy van Batenburg
Nancy van Batenburg Inspiratie 3 feb 2021
Leestijd: 2 minuten

Zo maak je Somalische suqaar (stoofpot met rundvlees) uit ‘In Bibi’s Kitchen’

Een stoofpotje met rundvlees, maar dan weer eens totaal anders dan je waarschijnlijk gewend bent: suqaar is een eenvoudig en geurig Somalisch stoofpotje dat echt de moeite waard is om eens uit te proberen. De basis bestaat uit rundvlees, paprika, limoen, komijn en kurkuma.

In Bibi’s Kitchen

Er is een nieuw kookboek uit (Engelstalig) en daar is veel om te doen. ‘In Bibi’s Kitchen‘ is een bijzonder kookboek van Hawa Hassan en Julia Turshen (aan ons getipt door Ixta Belfrage, de co-auteur van Yotam Ottolenghi!).

De focus van het boek ligt op grootmoeders die hun geliefde recepten delen, en die komen ook nog eens uit een onderbelicht deel van de – toch al onderbelichte – Afrikaanse keuken. Ze komen samen uit acht Afrikaanse landen aan de Indische oceaan, zoals Eritrea, Nairobi, Kenia en Mozambique.

Auteur Hawa Hassan wil je met haar boek kennis laten maken met onbekende keukens en je inspireren om je voorraadkast diverser te maken.

Wat is suqaar?

In bovenstaande video laat Hawa je zien hoe je een eenvoudig Somalisch stoofpotje uit haar boek maakt, suqaar geheten. Dat betekent ‘kleintje’ in het Arabisch, wat slaat op de grootte van de stukjes rundvlees.

In suqaar gaan rundvlees, ui, koriander, wortel, groene paprika en smaakmakers als limoen, komijn en kurkuma: alle smaken die veel voorkomen in de landen aan de Indische oceaan. “Dit ruikt naar de keuken van mijn moeder”, zegt Hawa Hassan over dit gerecht.

Het stoofpotje is heel snel klaar, maar dat komt vooral ook doordat Hawa ‘beef chuck’ gebruikt: een stuk rundvlees dat snel gaar stooft. Wij kennen dat in Nederland als halslap, maar dat is lastig te verkrijgen. In plaats daarvan kun je stoofvlees gebruiken als runderriblappen of rundersukade, maar houd er dan rekening mee dat het wat langer moet stoven. Als alternatief zou je voor bavette kunnen gaan: dat wordt ook snel gaar.

Zo maak je suqaar

Het vlees snijd je heel klein, dan wordt het sneller gaar en is het makkelijk weg te happen. Bak het vlees in een pan met een dikke bodem in een laagje olijfolie. Voeg een fijngesneden ui en wat zout toe. Laat het 10 minuten bruinen op middelhoog vuur.

Voeg twee in stukjes gesneden wortels toe aan de pan, samen met een theelepel komijn en een theelepel kurkuma. Laat vijf minuten bakken en voeg een in stukken gesneden groene paprika toe. Deksel erop en nog eens vijf minuten laten garen tot alle ingrediënten beetgaar zijn. Daarna maak je het gerecht af met limoensap, zout en verse koriander.

Lekker om zo uit een kommetje te lepelen, of serveer met rijst of platbrood.

Meer uit de Afrikaanse keuken(s):