Nancy van Batenburg
Nancy van Batenburg Inspiratie 12 dec 2020
Leestijd: 20 minuten

Waarom jagen we? Freddy interviewt fotografe Isabella Rozendaal

Culy’s gasthoofdredacteur Freddy Tratlehner (a.k.a. Vjèze Fur) wist meteen dat hij een interview wilde doen met Isabella Rozendaal. De Amsterdamse is fotograaf en lanceerde onlangs haar bijzondere project ‘Isabella Hunts‘. Voor dit project dook Isabella in de jachtcultuur over de hele wereld.

Wie is Isabella Rozendaal?

Isabella maakte voor haar project dertien jaar lang de meest bijzondere reizen en ging samen met jagers op pad om te ontdekken wat hen drijft. Het leverde een fascinerende fotoserie op, waarmee ze exposeerde in het Fotomuseum Den Haag. Ook lanceerde ze het boek ‘Isabella Hunts’, met daarin bijzondere foto’s van haar reizen.

Onlangs verscheen haar tweede boek: ‘Op jacht‘. Het is een beschouwing op jachtcultuur, waarin de fotografe duikt in de ambivalente relatie tussen mens en dier. Want: waarom zijn onze huisdieren heilig, maar tolereren we bijvoorbeeld wel de bio-industrie?

Isabella volgde voor haar project zelfs een jachtopleiding, leerde hoe ze moet slachten en hoe ze wild moet bereiden. Wat fascineert haar zo aan deze wereld? Freddy ging hierover in gesprek met Isabella.

Bron: Isabella Rozendaal

Freddy interviewt Isabella Rozendaal

Freddy: Waneer Isabella de deur van haar appartement open doet heeft ze een houten pollepel in d’r hand en een schort om. Het is half 3 ‘s middags en ze is een groente curry met reeënvlees aan het maken.

Isabella ken ik al 15 jaar. Het is iemand die heerlijk kan nerden op dingen op de leukste manier. Vaak krijg ik iets mee, zoals bonen uit Zuid-Amerika die hier niet te verkrijgen zijn, een zelfgemaakt samballetje of iets gefermenteerd wat ik dan op m’n rijst moet doen en dat in één keer opgaat.

Terwijl ze in relaxed in pannen roert, begint ze me d’r verhaal te vertellen. Een groot onderzoek naar haar relatie met natuur en waar zij zelf staat in de voedselketen. Maar vooral een groot avontuur en een lang avontuur om jaloers op te zijn, met veel griezelverhalen en magische momenten. Isabella praat, ik luister met volle aandacht.

Freddy: Isabella Rozendaal. Mijn vriendin die in 2007 hiermee is begonnen. Hoe ben je begonnen met dit project?

Isabella: Ik fotografeerde altijd mensen met hun huisdieren. Hoe raar die relatie is, dat vond ik altijd – er zit een hoop ironie en gekkigheid in en ook wel en beetje hypocrisie, van dat je een heilig huisdier hebt en dan plofkip eet. Ik ging een keer met een jager mee en dat was een soort omgekeerde wereld van heel anders omgaan met de natuur en met dieren en met wat je eet. Een soort van middenin de voedselketen staan, in plaats van daar helemaal ver vanaf staan.

Want die jagers die zijn ook bezig met kudde-behoud enzo?

Ja, jagers hebben heel veel verschillende redenen om te doen wat ze doen. Dus het is vaak is het gewoon traditie, hun ouders deden het ook en dan doen zij het ook. Maar in Nederland hoort het gewoon heel erg bij het boerenleven. Als je landbouw hebt, dan ben je gewoon allerlei eten aan het groeien en daar komen gewoon dieren op af. Ter bescherming van de oogst.

Precies. Jouw boek gaat over jagen en een specifiek over hoe ze het overal doen?

Haha, niet specifiek.

Het is wel een heel groot werk geworden, niet even een boekje dat je in een jaar in elkaar knutselt.

Nee, ik ging eerst een paar keer mee in Nederland, toen werd ik uitgenodigd om mee naar Duitsland te gaan. Ik heb zelf een jachtopleiding gedaan, een theorieopleiding, omdat ik wilde weten hoe het allemaal zat. Waarom ze het doen, wat er allemaal bij komt kijken. In Duitsland zag ik al dat er best wel veel culturele verschillen zijn. Ik dacht: goh, als die verschillen hier al zo groot zijn, hoe is dat dan in andere landen? Ik ben toen naar Amerika gegaan.

Want wat waren grote verschillen?

In Duitsland zijn ze wat formeler en het land is veel groter, dus ook het landschap is heel anders. Het is veel meer normaal geaccepteerd om te jagen daar. Meer onderdeel van de cultuur.

Want je bent er gewoon soort van ingerold dus, het is niet iets van dat je je aangetrokken voelde tot de jacht?

Nou, die eerste keer dat ik meeging, maakte wel iets in me los. Het was op een bepaalde manier een natuurervaring die ik nog nooit had gehad, omdat je niet als een buitenstaander door de natuur wandelt en ernaar kijkt. Je gaat er iets doen en je gaat eraan deelnemen.

Bron: Isabella Rozendaal

Dat vond ik heel interessant aan die tentoonstelling. Dat je zeg maar vertelt dat natuur een soort van plek is en dat wij daar als stadsmensen, of Nederlanders überhaupt, nauwelijks deel van zijn. En jij komt allemaal jagers tegen die ook moeten jagen omdat ze eten moeten eten. Dat vind ik heel tof eraan. Ik ben geen interviewer, dus ga weer verder met je verhaal.

In Nederland is jagen vaak een traditioneel iets en wordt er ook niet al te veel stilgestaan bij het eten. Er zijn absoluut jagers in Nederland die echt van lekker koken houden en lekker koken met wild, maar er zijn er ook heel veel die net zo lief een frikandel eten. Op de dag dat je gaat jagen, ga je niet meteen dat eten wat je hebt geschoten.

Dat vertelde je, en dat ze van die vieze goedkope droge worst hebben, toch?

(Lacht) nou ja vies, ik bedoel: als je net een dag door het veld hebt gelopen, is alles lekker, maar het is niet een zelfgemaakte ganzenworst ofzo. Bij sommige jagers wel, maar over het algemeen krijg je in Nederland gewoon industrieel vlees aan het eind van de dag.

Dat is dan ook wel weer gek ook.

Ja, maar als je weet wat de cultuur daarachter is… het is voor hen gewoon een heel normaal deel van het plattelandsleven. Daar hoort ook gewoon bij naar de supermarkt gaan. Ik ben heel veel verschillende soorten jagers tegengekomen. In Amerika heb je veel meer wildernis überhaupt. In Nederland mag je alleen op privéterrein jagen. Je moet zelf dat stukje land pachten en verzorgen en zorgen voor de wildstand. In Amerika mag je gewoon voor jouw staat een vergunning kopen en dan mag je in al die natuurgebieden terecht.

Isabella: “Ik wilde niet een boek maken dat zou promoten om heel veel vlees te eten. Ik wilde niet van die wildrecepten maken waarbij staat: je kunt ook kipfilet gebruiken. Het gaat heel erg over het verschil tussen wild koken en andere recepten.”

En die mensen doen niet echt toertjes toch? De meeste mensen blijven wel bij hun eigen stek, of zie ik dat verkeerd?

De meeste jagers blijven in hun eigen gebied, maar jagers houden er ook heel erg van om te reizen naar andere gebieden. Dat kost alleen heel veel geld. Een klein stukje geschiedenis: toen Europa meer ontbost raakte vanaf de Middeleeuwen heeft de adel gezegd: het bos is alleen voor ons om te jagen, daar mag niemand anders in jagen.

Dat heb ik gelezen. En toen hebben ze die vellen aan die mensen genaaid en hebben ze ze met knuppels doodgeknuppeld, toch?

Er was een voorbeeld van dat je in een hertenhuid genaaid kon worden en dat de honden op je losgelaten werden.

Wauw.

Hoeveel dat ook in het echt gedaan werd of dat het als een afschrikwekkende maatregel bedacht is, weet ik niet, maar de straffen waren heel streng. Stropen dat mocht gewoon echt niet. Daardoor heeft het nog steeds een elitaire reputatie, jagen. Maar in Nederland heb je wel een tweesplitsing van plattelandsmensen en de elite, die nog jaagt. In Amerika had je Europese pioniers die die kant op gingen. Die moesten gewoon jagen om te overleven. Ze gingen westwaarts, een nieuw land opbouwen. Ze waren heel druk met Indianen uitmoorden, dan ga je niet ook nog bioindustrie opbouwen tegelijkertijd. Zolang dat nog niet in touw was, jaagden ze gewoon hun eigen vlees. Dus daar is het heel erg van het volk en ook altijd zo gebleven. Het is ook erg betaalbaar. De identiteit van de Amerikanen hangt daarnaast heel erg samen met dat ideaal van zelfredzaam zijn met alleen je bijl en je geweer, zelf overleven. Dat hele ‘kom niet aan mijn wapens’ komt ook een beetje daar vandaan. Het heeft te maken met die identiteit.

Ik snap het.

Daar ben ik dus ook jagers tegengekomen voor wie wildernis gewoon hun hele levensstijl is. Ze hebben een normale baan en qua hobby’s… tja, je kunt daar niet even naar het museum ofzo. Het is tv kijken en wildernis. Dan heb je jagers die alleen het vlees eten dat ze zelf geschoten hebben. Het is voor hen heel normaal om hun eten in het bos te halen.

Bron: Isabella Rozendaal

En van Duitsland ging je naar Amerika.

Ja, ik begon in Louisiana.

Woooh, dat is ook wel meteen diep het moeras in.

Ja, en ik ben ook gelijk naar een uithoek van Louisiana gegaan die heel lang afgesloten is geweest van de buitenwereld. Ik ben met alligator-jagers meegegaan.

Ik heb het stuk gelezen. Naar. Heftig. Zijn er dingen die je hebt gezien waarvan je dacht: oeh, dat kan eigenlijk niet?

Ja, heel veel. In Louisiana specifiek – dat heeft te maken met onze relatie met dieren ook – de manier waarop ze daar alligators jagen, is door een haak een voet boven het water te hangen met een stuk rottend vlees eraan.

Ik heb het gelezen. Dat gaat niet in het interview komen.

Ze gebruiken jachtmethodes die voor de alligator heel pijnlijk zijn. Die zouden nooit toegestaan worden voor een hert. Maar omdat mensen niet zoveel empathie hebben voor een alligator, kraait daar geen haan naar. Wat ik nog meer heb gezien wat ik moeilijk vond, waren de momenten waarop het heel commercieel werd. Bijvoorbeeld in Texas – maar ook op heel veel plekken – is er een industrie is rondom het creëren van herten met een zo groot mogelijk gewei. Mensen betalen er heel veel geld voor om daarop te mogen schieten, op een zo makkelijk mogelijke manier.

Gewoon lui jagen.

Heel lui jagen, ja.

Wat is echt het meest moerassige wat je hebt meegemaakt in Louisiana qua eten en plek en taal?

Dat was de eekhoorn-stoof. Wat ze daar doen: de opening van het jachtseizoen voor de eekhoorn-jacht is een familiegebeuren. Dus je gaat met de familie en de kleinkinderen het bos in. Aan het einde van de dag kom je in het moeras met een trailer bij elkaar en dan staat daar iemand eekhoorns te villen en komen er kleine kindjes aangerend met eekhoorns in hun handen. Die worden allemaal in een pot gegooid en daar wordt stoof van gemaakt.

Zijn ze lekker?

Heel erg lekker.

Naar: kip? Cavia?

Licht gevogelte een beetje. Misschien tussen konijn en fazant in?

Isabella Rozendaal
Bron: Isabella Rozendaal

Heeft het je veranderd?

Het heeft over 13 jaar plaatsgevonden dit hele gedoe, dus ik ben ongelofelijk veranderd. Ik dacht dat ik er echt een buitenmens door zou worden, dat wilde ik heel graag. Ik bewonderde dat heel erg in de jagers, maar ik ben er nog steeds niet. Zelf zou ik ook best een huis buiten de stad willen hebben, maar zou dan de stad teveel missen.

Heb je geduld om een halve dag in een bosje te liggen en niks te doen?

Wel als ik met iemand anders ga, maar om dat zelf te doen… ik denk het niet.

Dan denk je: dit is gekkenwerk?

Je moet niet iets anders willen dan jagen en ik wil nog heel veel andere dingen. Jagers zijn wat dat betreft heel monomaan, wat ook heel goed is, want dat maakt dat je een goede jager kan zijn, als dat is wat je wil doen. Dat is ook waarom ik uiteindelijk geen jager ben geworden: het is niet iets wat je een keertje voor de lol gaat doen. Als je jager wordt, dan wórd je jager en dan is dat wat je doet. Dus ik ga liever mee met anderen. Ik denk dat ik wel altijd mee zal blijven gaan op jacht. Dan krijg je aan het eind van de dag ook lekker wild mee naar huis.

Ik ga wel een keer mee hoor, als dat kan. Vertel eens wat over de recepten in je boek. Is er een rode draad in de recepten?

Ja, dat ze bijna allemaal onmogelijk zijn om te maken, haha. Ik wilde niet een boek maken dat zou promoten om heel veel vlees te eten. Ik wilde niet van die wildrecepten maken waarbij staat: je kunt ook kipfilet gebruiken. Het gaat heel erg over het verschil tussen wild koken en andere recepten. In gewone recepten staat bijvoorbeeld: je hebt 100 gram kipfilet nodig. Maar als je een vogel mee naar huis neemt, krijg je niet alleen de borst mee. Je moet nadenken over het hele dier en al die dingen die je ermee zou kunnen doen. De recepten die ik zelf heb ontwikkeld, gaan heel erg over: wat doe je met al die verschillende stukken en hoe benader je een dier. Voor de haas heb ik van de rug een tartaar gemaakt, de fazant heb ik helemaal opgebroken zodat je de hele vogel kunt gebruiken. Van het karkas een bouillon, met de poten een confit… De recepten hebben dan ook veel componenten, het is niet één simpel receptje. Zodra ik naar het buitenland ging, heb ik gekozen voor recepten die heel erg die cultuur representeren.

Isabella Rozendaal
Zwijn tonkotsu / Bron: Isabella Rozendaal

De jachtcultuur?

Ja, de hele eetcultuur van zo’n plek heeft een heel eigen geschiedenis. In Louisiana heb ik expres gekozen voor dat eekhoorn-recept, maar ik heb ook een recept voor wasbeer. Het eten van al die lokale dieren waar wij niet meer naar omkijken, is aan de ene kant een soort grappig en curieus, maar het laat ook zien dat – kijk we eten in Nederland maar vijf dieren hè? Kip, lam, varken, koe en…

… nog een keer kip?

… eend! Maar alleen omdat die toevallig makkelijk zijn om te houden. Omdat ze makkelijk te industrialiseren zijn. Met vis eet je ook allerlei verschillende soorten en met wild kan dat ook. Er zit een recept in voor berenpoot omdat het eten van beer in Amerika een belangrijke geschiedenis heeft. En ook om te laten zien dat het jagen op beren niet alleen maar gaat over trofeeën.

Want die geschiedenis is: mensen moesten gewoon af en toe een beer doden voor de huid?

Van beer kon je alles gebruiken. Je had een waanzinnige huid, maar er zat ook een enorme hoeveelheid vet aan en vlees wat je op allerlei verschillende manier kon klaarmaken. En het is heel erg lekker, als je de goede beer hebt. Dus als je een beer hebt die veel vis heeft gegeten, veel rotte vis, dan schijnt ie niet zo lekker te zijn. Maar een omnivoor eet allerlei verschillende dingen, dat verandert ook hoe ‘ie smaakt. Een ding wat ik erin heb geschreven, ging over een jager die ik tegenkwam. Zij had een beer gespot boven een bosbessenveld. “He was shoveling blueberries down his throat” zei ze en zijn vacht was blauw gevlekt en het was de allerlekkerste beer die ze ooit had gegeten, omdat ‘ie zichzelf het hele seizoen had volgestouwd met bosbessen.

Wat is het lekkerste wat je hebt gegeten?

Ik heb een wild zwijn mee naar huis gekregen. Ik mocht het zelf slachten. Daar heb ik een jaar lang van gegeten. Het allerlekkerste daarvan waren de ribben, geroosterd. Dat was echt ongelofelijk. Die kwam uit Duitsland. In de tropen vond ik krokodil het lekkerste.

Isabella: “In gewone recepten staat bijvoorbeeld: je hebt 100 gram kipfilet nodig. Maar als je een vogel mee naar huis neemt, krijg je niet alleen de borst mee. Je moet nadenken over het hele dier en al die dingen die je ermee zou kunnen doen.”

Dat heb ik ook weleens gegeten ja. Wat was het raarste wat je hebt gegeten?

Aap. En schildpadeieren! Het is heel raar om iemand schildpaddeneieren te zien rapen om te eten, terwijl je ze alleen maar kent als iets wat mensen gaan redden.

Wat is het goorste wat je hebt gegeten? Eigenlijk is alles lekker als je het goed klaarmaakt.

Nee, kijk dat is wel heel bijzonder aan wild. Wat mensen heel erg gewend zijn van industrieel vlees: je hebt één ras dat zo ontwikkeld is dat het precies goed smaakt en op een bepaalde leeftijd snel klaar is. Ze hebben allemaal hetzelfde gegeten, allemaal even oud, worden allemaal op dezelfde leeftijd geslacht. Dus ze smaken allemaal precies hetzelfde. Maar een wild dier heeft als hij in het bos, een fruitboomgaard of een graanveld leeft, een totaal ander dieet. Hij kan een half jaar oud of drie jaar oud zijn als je ‘m schiet. Dat kan een heel verschillend smaken. Het vieste wat ik heb gehad was een eend van een jager die ziltig, zee-achtig smaakte. Ik weet niet wat hij gegeten had, maar het was echt niet te doen.

Bron: Isabella Rozendaal

Waar ben je allemaal geweest op je reis?

In Louisiana, Texas, Wyoming, Oregon, Californië en Nevada. Ik heb dat verdeeld over twee grote reizen, eentje naar het zuiden en eentje naar het westen. Mijn reis naar Wyoming was een wildernis avontuur, dat ging over het pioniersleven. Het recept dat daarvan in het boek zit, is wapitihart, gewoon gegrild, want dat is wat we daar aten.

Lekker.

Wapiti is een soort grazer die veel gras eet, dus die lijkt nog het meest op rund. Ze hebben een hele rare gil. Van edelhert ken je dat hele diep geluid dat ze maken en deze maken dit geluid – speelt geluidsfragment af.

Lijp. Hard ook.

Ze zijn gigantisch groot. Je hebt vier muildieren nodig om een zo’n beest uit de bergen terug naar je kamp te brengen. Het was een soort doen-alsof-avontuur, maar we zaten wel tussen de echte grizzlyberen.

Die je wel echt dood kunnen maken. En toen ben je naar de Amazone gegaan. Vertel eens wat daar het idee achter was. Want je bent Braziliaanse van afkomst?

Half. Mijn moeder komt ervandaan. Op dat punt kwam ik terug uit Amerika en dacht ik: wat moet ik nou in godsnaam nog meer gaan doen? Eindeloos doorgaan op jacht, ik wist niet zo goed welke kant ik op moest. Mijn moeder zei: “Ken je nog die dochter van een vriendin van mij, die is net zo oud als jij, studeert hier in Rio. Die ging op vakantie in de Amazone met vrienden, kwam daar bij een stam terecht, is daar verliefd geworden en woont daar nu”. Die heeft gewoon alles achtergelaten, holy shit. Dit avontuur was voor mij een soort verlangen naar de wildernis en het bleef toch altijd een beetje doen alsof. Zij heeft het gewoon écht gedaan. Ik heb haar daar opgezocht en voordat je daar bent ben je een maand verder, zo’n lange reis is dat. Vanaf Rio is het nog tien uur met de boot. Daar leeft een stam die wel in contact is met de stad. Ze kopen olie, rijst, suiker, zout, maar alles wat ze aan fruit, groente, vlees of vis gebruiken, komt uit het bos. Heel bizar om te zien dat aan de ene kant het dagelijks leven super normaal is. Het gezinsleven is de hele dag taakjes: opruimen, schoonmaken… maar je moet dus ook gaan vissen en jagen.

Bron: Isabella Rozendaal

Hebben ze weekend?

Een beetje wel, want ze hebben wel school op de doordeweekse dagen. Maar ze hebben de hele tijd door meer vrije tijd. Ze hebben veel meer pauzes dan wij. Ze eten iets van acht keer per dag en alleen maar kleine hapjes. Als ik wakker werd, was de buurman bijvoorbeeld ‘s nachts op jacht geweest. En omdat je geen koelkasten hebt, moet je alles delen. Je kan niet in je eentje een hele krokodil opeten. Dan werd ik wakker en lag er een kwart krokodil voor mijn hangmat, of een halve. De eerste dag dat ik daar kwam, lag er een paca – dat is een groot knaagdier – en een kwart krokodil, een kaaiman. Die wordt dan gewoon op het vuur gegooid, de kop met haren en al. Het meeste wat ze doen met vlees is in water koken, dus dan maak je in feite bouillon. Als het gaar is eet je het op met wat limoen en misschien een pepertje en zout. Héél simpel. Soms kwam iemand aan met vier gekookte aardappels, dat was dan maaltijd nummer twee.

En proeft dat dan extra puur ofzo?

Heel anders. Het was een aardappel met stevig vlees, heel veel smaak en een soort van stekels. Je zit daar vlakbij Peru, dus je hebt natuurlijk heel veel soorten. En je hebt ook die knaagdieren. Je denkt in eerste instantie, ugh, we gaan rat eten, maar een knaagdier dat in het wild leeft, heeft een dieet van guave, papaya en mango, haha!

Hij is viekan.

Het is ook het idee. Kijk, wasbeer eten: mensen kennen die als een soort vuilnisbakkenbeest. Maar als die in het wild leeft, is het gewoon een dier met een heel goed dieet.

Dat zijn toch de lekkerste beesten om te eten.

Ja. En daar is het wild eten zó normaal. Die jongen heeft een zoon van veertien jaar oud en als zij een paar dagen weggaan, blijft hij alleen thuis. Dan moet hij niet alleen zijn eigen eten koken, maar gaat hij ook zelf vissen. Als je aan een kind van veertien daar vraagt, heb je een recept voor vis? Dan zegt hij: “Ga eerst een vis vangen”. Dat is gewoon onderdeel van het recept. Ik kon helemaal niks natuurlijk, dus het enige wat ik kon doen, was afwassen. Dan ging ik naar de waterkant en in rivierwater de borden afwassen. Dan komen er babyeendjes en kippen. Je wacht even tot ze komen, want je hebt nog wel restjes. Dan zorg je eerst dat zij die restjes nog eten, anders is het zonde.

Isabella: “Dan werd ik wakker en lag er een kwart krokodil voor mijn hangmat, of een halve. De eerste dag dat ik daar kwam, lag er een paca – dat is een groot knaagdier – en een kwart krokodil.”

Heb je eenden daar?

Ja, ze hebben ook koeien en varkens. Dat is die mix van modern en traditioneel. Je zit echt middenin die voedselketen. En dat is heel erg tof om te zien. Dat je ineens snapt: afval bestaat niet. Afval gaat gewoon terug dezelfde aarde in. Ik had een soort van romantisch idee van wildernis wat ik zocht, wat niet bleek te bestaan. In Nederland denk je: de natuur is ergens ver weg. Want Nederland is zó geindustrialiseerd, dat het lijkt alsof er geen natuur meer is. Maar alles is gewoon onderdeel van dezelfde aarde. Ik vond het heel moeilijk in het boek om daar niet heel dweperig over te worden. Maar dat is uiteindelijk toch het grote inzicht: alles is één en we moeten voorzichtig met de aarde omgaan. Dat je bewust in die voedselketen staat. Dat we niet apart zijn van de natuur. Dat is een gevoel dat heel moeilijk vast te houden is in Nederland, omdat alles om ons heen er op ingericht is om dat te ontkrachten.

Ik heb zin om het verder te lezen.

Dat is mooi. Heb je ook zin om wat te eten?

Zeker.

Isabella Rozendaal
Isabella Rozendaal, Amsterdam, NL, 2018 / Bron: Isabella Rozendaal

Kijk voor meer informatie over Isabella’s project Isabella Hunts op haar website

Meer van Freddy:

Dagelijks de lekkerste recepten in je inbox 🥘

Een mail waar het water je al van in de mond loopt.