Redactie
Redactie Drinken 8 jan 2016
Leestijd: 4 minuten

Alles over port: ruby, tawny, vintage én meer

Port is al heel lang geen oude-wijven-drankje meer, of alleen de basis voor een zware vleessaus. Het wordt geserveerd in de hipste restaurants en in allerlei varianten op de markt gebracht. Een uitleg.

Wat is port?

Port, soms ook porto of portwijn genoemd, is een versterkte wijn uit Portugal. Het alcoholgehalte ligt meestal zo tussen 18 en 20 procent.

In Europa mag alleen het product uit Portugal echt ‘port’ worden genoemd, en alleen als de drank wordt gemaakt van druiven uit de Dourovallei, in het noordoosten van Portugal. Net als bij champagne, dus. In de nabij gelegen steden Porto en Vila Nova de Gaia wordt de port gelagerd en van daaruit over de gehele wereld geëxporteerd.

Hoe komt port zo zoet?

Port is de ideale dessertwijn, omdat -ie zo heerlijk zoetig is. Dat komt door de zogenaamde mutage-techniek die wordt gebruikt om port te maken.

Het houdt dat doordat er extra alcohol wordt toegevoegd, het gistingsproces voortijdig stopt. Daardoor worden niet alle suikers in alcohol omgezet en blijft er een zoete smaak over (veel zoeter dan normale wijn), en komt het alcoholpercentage tussen 18 en 20 procent komt te liggen.

De verschillende soorten port

De bekendste portsoorten zijn ruby en tawny. Maar er bestaat ook vintage port, witte port en zelfs rosé port.

Ruby

Ruby port is het bekendst en komt het vaakst voor. Deze port is jong en heeft vaak maar twee tot drie jaar in het vat gezeten; meestal roestvrijstalen tanks, soms eikenhouten vaten. Ruby port is een mix (ofwel blend) van druiven van verschillende druivensoorten uit verschillende jaren.

De smaak is fruitig en niet te zwaar; een ruby past perfect bij een zoet toetje of kaas. Je kunt ruby port het beste iets gekoeld drinken, op zo’n 12 graden.

Tawny

Tawny port rijpt langer op vat dan de ruby, en is daarom ook dieper en rijker van smaak (én kleur). Een goede tawny herken je een een nummer op de fles, dat staat voor het aantal jaren dat -ie gelegen heeft. Vaak 7 of 10, maar soms ook 20, 30 of 40 jaar.

Vaak wordt een tawny gemaakt met druiven van verschillende oogsten, soms van verschillende oogstjaren. Of het moet een Single Harvest Tawny zijn, dan is de tawny niet gemengd met andere oogsten. Deze port is dan ook exclusief én prijzig.

Tawny is onze favoriete portsoort; je proeft karamel, vijgen, en veel meer diepte dan een ruby. Je drinkt ‘m het lekkerst bij een temperatuur van zo’n 13 tot 16 graden.

Maar tegenwoordig zijn er ook porthuizen die tawny’s maken die je beter koud kan drinken. De oudste portproducent, Warre’s, bracht een tijdje geleden de Otima van 10 & 20 jaar oud uit. De allereerste koude tawny. Warre’s wil met deze nieuwe port de regels doorbreken en een nieuwe generatie van portliefhebbers aanspreken.

Crusted

Crusted Port heeft enkele jaren op vat gerijpt en wordt ongefilterd gebotteld, waardoor er zich een bezinksel, de zogenaamde ‘crust’ vormt.. Zet voor het openen de fles enkele uren rechtop en decanteer voor het schenken. Het depot (ook wel droesem genoemd) dat achterblijft is overigens heel lekker op een stukje brood of toast.

Vintage

Net als bij gewone wijn (en champagne) is er eens in de zoveel tijd een écht goed wijnjaar. De druivenoogst is dan perfect en de smaak optimaal. Zo ook bij port. Eens in de paar jaar roept de IVDP (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) dat jaar uit tot vintage portjaar. De afgelopen jaren ging dat goed; 2007, 2009 en 2011 waren bijvoorbeeld allemaal vintage-jaren.

Ieder porthuis mag zijn port door de IVDP laten keuren. Als deze goed wordt bevonden, mag het huis het etiket ‘vintage’ op de port plakken. Exclusiever, bijzonderder, en dus ook duurder.

Vintage port wordt meestal zo’n 3 jaar in eikenhouten vaten bewaard, en daarna gebotteld. Vaak rijpt de port dan verder in de fles. Hierdoor ontstaat er vaak droesem in de fles; daarom moet je goede vintage port ook eerst een dag rechtop zetten, zodat alle droesem op de bodem komt te liggen. Daarna is het handig om ‘m te decanteren in een karaf, zodat al het bezinksel niet in je glas komt.

Vintage port drink je minder koel dan een ruby, houd ongeveer 15 tot 18 graden aan. Jammer genoeg is een vintage niet lang houdbaar; drink ‘m dan ook liefst binnen twee dagen op.

Witte port

Witte port wordt, zoals je wellicht al verwachtte, gemaakt van enkel witte druiven. Deze port wordt meestal zo’n drie jaar gerijpt. De smaak is wat droger en fruitiger dan andere portsoorten, en hij is ‘t lekkerst om flink gekoeld (zo’n 8 tot 12 graden) te drinken als aperitief.

Ook kun je met witte port fijne cocktails en mixdrankjes maken; een eenvoudig maar lekkere mix is witte port met tonic en een schijfje citroen.

Rosé port

Rosé port bestaat al een tijdje, maar werd pas in 2009 door de Portugese overheid officieel erkend als portsoort.

In Nederland vind je een goede rosé port van het huis Offley. Deze port is lichter van smaak, roze van kleur en daarom ook lekker om in de lente of zomer te drinken. Gekoeld of met een paar blokjes ijs.

Dagelijks de lekkerste recepten in je inbox 🥘

Een mail waar het water je al van in de mond loopt.